zondag 27 oktober 2013

“Als je toen vanaf de Oranjesluis richting de zee keek, kon je de duinen zien”

Aan de "Kesterse wei" (nu het Blauwhek) in de voormalige boerderij van boer Kester kwam Jogchem Hofman in 1935 ter wereld. Hij was de oudste van de vijf zonen van de familie Hofman. Zijn overgrootvader werkte bij Van der Boom Bouwbedrijf en kon dit bedrijfje overnemen in 1855 en zo begon hij in een oude schuur aan het Blauwhek. Hij was meestertimmerman, net als de opa en vader van Jogchem. "We zijn één van de oudste familiebedrijven in het Westland en hier zijn we heel trots op", vertelt Jogchem.

Hij weet veel te vertellen over vroeger tijden, een ijzersterk geheugen, tot in de details kan hij alles omschrijven. Aan de overkant van de Maasdijk zat in zijn jeugd bijvoorbeeld een café en aan deze kant een fietsenmaker. Deze fietsenmaker had naast dit beroep ook een benzinepomp op de Maasdijk staan (waar toendertijd nog niet veel verkeer reed) èn een taxi. "Ik weet nog dat mijn opa de taxi voor een dag had gehuurd, met de fietsenmaker als chauffeur en ik mee mocht als oudste kleinzoon. we gingen naar Zeeland om te kijken wat er allemaal was gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nou, er was weinig meer van over......", vertelt Jogchem.

“Mijn vader werd opgeroepen in de oorlog om voor het vaderland te strijden. Echter in het fort maakte hij de tekeningen voor ons nieuwe huis en magazijn In 1941 begon de bouw hiervan en toen het klaar was, zijn we "naar voren" verhuisd, daar waar nu mijn zoon Gerard met zijn gezin woont. Als je toen vanaf de Oranjesluis richting de zee keek, kon je de duinen zien. De Duitsers hadden alles weggehaald. Zo’n uitzicht kun je je nu niet meer voorstellen, vertelt Jogchem.”

 Jogchem zat op de openbare school in Maasdijk. In de oorlogstijd werd het schoolgebouw ingenomen door Duitsers, hierdoor hadden ze overal en nergens les; elke keer op een andere locatie die voor handen was. Door deze roerige tijd, kregen de kinderen een achterstand op school. Door de nodige bijlessen kwam dit uiteindelijk nog goed. Na de MULO in Naaldwijk, ging hij naar de HTS in Rotterdam waar hij bouwkunde studeerde. "In 1955 kwam ik van de HTS af en moest gelijk in dienst. In mijn diensttijd maakte ik veel bouwtekeningen om wat bij te verdienen dus deed zo toch ervaring op. Na mijn diensttijd wist ik nog niet precies wat ik wilde. In de tussentijd gaf m'n vader me alleen maar leuke klusjes in het bedrijf, wat natuurlijk heel slim was", vertelt Jogchem met een grote glimlach, "dus voordat ik het wist werkte ik volledig in het bedrijf. Het was een leuk bedrijf, veel jonge mensen, leuke klanten en veel werk in die tijd.”

In 1960 trouwde Jogchem met Jopie Menzel uit Breda. Doordat zijn vader ziek werd en op 55-jarige leeftijd overleed, stond Jogchem er op 28-jarige leeftijd al alleen voor. In dit jaar werd ook hun eerste dochter Jona geboren. Het jonge stel woonde toen aan de Korte Kruisweg nummer 41. "Na een aantal maanden gaf mijn moeder aan dat we maar van huis moesten ruilen, zodat ik bij het bedrijf kon wonen met mijn gezin. Omdat het om zo'n korte verhuizing ging qua afstand, vonden we het niet nodig alles apart in te pakken. Het dressoir ging met het serviesgoed er nog in, zo de vrachtwagen in en wonder boven wonder is geen kopje gebroken tijdens de verhuizing", vertelt Jogchem lachend.

In 1967 is Gerard geboren. Het ondernemende jonge gezin bouwde aan de toekomst, totdat Jopie ziek werd. Ze leed aan een kwaadaardige beenmergziekte die niet te genezen was. Ook de moeder van Jogchem overleed in deze periode dus het ging de familie niet echt voor de wind in deze tijd. "Op oudejaarsdag hoorden we in het ziekenhuis dat Jopie nog maximaal 1,5 jaar te leven had en dit bleek ook werkelijkheid, want in 1972 overleed zij. Jona was toen 8 en Gerard 4 jaar. Dan stort je wereld in, dit was een hele moeilijke tijd", vertelt Jogchem.

In de tussentijd waren we verhuist naar de overkant van de Maasdijk, waar we nu wonen. Dit huis is namelijk zo gebouwd dat alles aangepast is, zodat Jopie hier zo lang mogelijk kon blijven wonen ondanks de beperkingen door haar ziekte. Ze heeft hier slechts 2 dagen gewoond, vertelt Jogchem. Na dit overlijden ging het leven verder aan Maasdijk. Het bedrijf groeide, de kinderen groeiden en de verdrietige gebeurtenissen kregen een plekje in het leven van de familie Hofman.

Eind jaren 80 ontmoette Jogchem, Marga waarmee hij nu al weer 25 jaar lief en leed deelt. Marga had twee dochters Lisette en Martine, die het gezin compleet maakten. Jona en Gerard hadden op dit moment de leeftijd te gaan studeren en het huis uit te gaan, maar kwamen nog vaak thuis, omdat het toch wel heel gezellig bleek met deze drie dames erbij. Inmiddels heeft de familie 6 kleinkinderen waar ze heel erg trots op zijn. In het huis zie je dat de kinderen veel bij opa en oma komen. Het speelgoed, de kinderstoelen en de box staan klaar voor hun komst. De foto’s hangen op een prominente plek aan de muur. Jona de oudste dochter woont al heel lang in Engeland. De andere drie kinderen wonen allen in Maasdijk.

Jogchem bleek meer kwaliteiten te hebben dan alleen het bouwen van onroerend goed. Hij kon ook bruggen bouwen tussen mensen. Hij is 20 jaar wethouder geweest van o.a. openbare werken, bedrijven en milieu. Deze functie deed hij naast het leiden van een bloeiend en groeiend bedrijf. Ook schreef hij jarenlang, wekelijks een column in de regionale pers op het gebied van oa. bedrijfsleven versus politiek. Hij heeft dit alles met veel plezier gedaan. Op 60 jaar heeft hij de dagelijkse leiding van het bedrijf overgedaan aan zijn zoon Gerard. Met 70 is hij actief gestopt met werken. “Ik ben nog wel bestuurslid bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein, ben nog steeds lid van de VVD, zit in de Rotaryclub, verzamel m’n hele leven lang al postzegels en ben graag thuis om de tuin te onderhouden en te genieten van alles waar we hard voor hebben gewerkt”, vertelt hij trots, “We hebben een heel druk leven gehad en nu doen we het een beetje rustiger aan, want dit is de tijd om ook andere dingen te ondernemen. We reizen heel graag en hebben al veel landen gezien van de wereld. We zijn echte Afrika-liefhebbers. Maar we willen nog vèèl meer zien,”, sluit Jogchem mee af.