Vertrokken uit Maasdijk in de vijftiger jaren, op zoek naar de gouden toekomst in Australië, was Nico Rensen (74) in juli weer een aantal weken in Maasdijk voor een vakantie.
Nico is de zoon van Jan en Ali Rensen. Ze woonden in die tijd in de Waldeck Pyremondtstraat. Zijn vader was dè kapper van Maasdijk. In de dertiger jaren begon hij een dames- en heren kapsalon. Toen de énige in Maasdijk. Waar nu de apotheek zit, was toen Jan Rensen’s kapsalon.
Het gezin had drie zoons; Koos, Arie en de jongste was Nico. Koos was een jaar of 18 en wilde weg uit Nederland. Op zoek naar een betere toekomst. “Mijn moeder zei, als jij weggaat, gaan wij mee, want zij wilde het gezin bij elkaar houden. Het lukte niet naar Canada of Amerika te gaan, want je hebt een connectie nodig die als het ware ‘borg’ voor je staat. In Australië lukte dit wel”, vertelt Nico.
In 1951 ging vader Jan voor het gezin uit om de nodige voorbereidingen te treffen. Hij liet een Zweeds houten huis verschepen (wat er nu nog staat), omdat er in die tijd een woningnood was in Australië. Ali stapte in 1952 met haar zoons op de Johan van Oldebarneveldt voor een bootreis van zowat 6 weken. Zo emigreerde het gezin vanuit Maasdijk om het grote avontuur tegemoet te gaan.
Vader Jan ging in eerste instantie werken als loodgieter, omdat hij nog geen geldig diploma voor het kappersvak had in Australië. En later in een Asbest fabriek. In de tussentijd haalde hij zijn Australische bevoegdheid voor kapper, leerde hij Engels en begon weer met zijn oorspronkelijke vak.
Koos, de oudste zoon, ging bij de spoorwegen werken en werd later supervisor bij Alcoa Aluminium naast een klein melkveebedrijf wat hij had. Arie, de middelste zoon, ging in een fabriek voor gipsplaten werken. En Nico ging voor twee jaar op een boerderij werken. “Ik werd cowboy, dat was allemaal wel even anders dan in de Maasdijk. In Australië lopen de koeien los over de vlakten en moesten ze dagelijks naar de volgende grasweide worden gedreven. In Maasdijk liepen ze gewoon in een wei met prikkeldraad eromheen”, vertelt Nico.
“Daarna ben ik in een fabriek gaan werken als metaalbewerker voor 11 jaar. En toen kwam de grote verandering in mijn leven en denken. Ik ging naar de Christelijke avonduniversiteit. Als student heb ik toen twee jaar geholpen in een kleine kerk in de buurt. In die tijd ontmoette ik ook m’n vrouw Margaret. Zij studeerde ook op deze universiteit. Na deze school ben ik verder gegaan met een studie Theologie en begon in 1969 als dominee in mijn eerste kerkgemeente.”, vertelt Nico trots, “Vroeger wilde ik altijd boer worden, echter Australië wat zo groot en droog èn je moest zoveel geld hebben, dat de droom om boer te worden, verdween door de realiteit van het leven daar".
Meer dan 45 jaar is hij dominee geweest, in de meest uiteenlopende gemeenten. Ze hebben twee kinderen gekregen, een zoon Nathaniel en een dochter Carissa. Ook hebben ze drie kleinkinderen waar ze bijzonder van genieten.
Nico was 13 toen hij vertrok uit Maasdijk. “We logeren bij Hen en Co Dankier. Hen is mijn neef. Doordat hij veel weet over vroeger, komt er bij mij ook weer veel boven! Veel families van toen, wonen niet meer in de Maasdijk. Ik herinner me nog wel Bakkerij Vreugdenhil en die zit er nog steeds. Dat is leuk om te zien! Teun Vellekoop en Cees de Boer waren mijn buurjongens. De begraafplaats die nu in het centrum van Maasdijk ligt, lag toen aan het einde van Maasdijk. Daarachter was alleen maar open land, van Van Vliet en Vellekoop. De Oranjeschool is weg, waar ik op school heb gezeten. Er is geen hoefsmit meer in het dorp en het Oranjeplein is erg veranderd. Op dit plein stond zo'n mooie muziektent", vertelt Nico, "Om bij de tien Plagen te komen, moest je over de Maasdijk heen, nu kun je er onderdoor. De mensen zijn hier allemaal ouder geworden terwijl je zelf denkt nog jong te zijn", grapt Nico, "Alles ziet er nu zo klein uit en in mijn herinnering was het zo groot, omdat ik toen nog een kind was!"
Een gebeurtenis die Nico zich altijd zal blijven herinneren in Maasdijk, speelde zich af in 1944. Hij was met zijn opa op de begraafplaats. Opa werkte voor de gemeente en was bezig met het maken van een graf. Het graf was zowat gegraven toen er vliegtuigen over vlogen. Opa riep "Die komen voor ons!" en ze begonnen te rennen naar het gebouw waar alle spullen opgeslagen stonden. De kogels achtervolgden ze en waren hoorbaar toen ze op het dak bleven vallen. "We hebben toen echt geluk gehad, anders was er nooit een leven in Australië geweest, vertelt Nico.
De wegen zijn ook erg veranderd. "De grote wegen waren er al, de Tuindersweg, Korte en Lange Kruisweg, maar onverhard. Wat ons opvalt aan het Nederland van nu, is dat je hier weinig grafitti ziet, katten mogen hier gewoon loslopen en het verkeer is hier heel goed georganiseerd. Iedereen weet wat hij/zij moet doen. Dat is in Australië wel anders! Je leeft daar meer op jezelf, omdat er meer ruimte is. Hier moet alles wel beter georganiseerd zijn. Wij leven met 22 miljoen mensen in zo'n groot land. Jullie wonen met zowat 17 miljoen in zo'n klein landje en doen het eigenlijk veel beter", aldus Nico.
Op de vraag, vond je het niet erg op die leeftijd Maasdijk te verlaten voor het onbekende, antwoordt Nico. "Door de advertenties en filmpjes werd het zo geweldig voorgesteld, dat je heel graag wilde! Een groot, nieuw land, veel vrijheid, veel zon, vissen, paardrijden, etc. Dus wij dachten er niet bij na dat het èchte leven weleens anders zou kunnen zijn dan werd voorgesteld. We waren er wel van overtuigd dat dit een definitieve keuze was, omdat we geen geld hadden om weer terug te komen."
De ouders van Nico zijn ook nog een keer in Nederland geweest. Het leven in Nederland was toen weer opgebouwd en was goed. Ze hadden niet verwacht dat het hier ook goed zou worden, wellicht wel beter dan in Australië, nadat ze in de tijd van vertrek in de naweeën van de oorlog zaten. Ze hebben nooit spijt gehad van hun emigratie, maar hier hadden ze ook een goed leven op kunnen bouwen.
Nico is nu vier keer in Nederland geweest met zijn vrouw en één keer met zijn kinderen. Margaret vindt Nederland een mooi groen land. "De eerste keer begreep ik echter niet dat hier mensen wilden wonen, tussen al dat water, ik vond het gevaarlijk. In Australië kennen we dat niet", vertelt Margaret, de vrouw van Nico.
"De mensen zijn hier heel vriendelijk. We vinden het leuk hier weer geweest te zijn. We wensen iedereen het beste voor de toekomst. God zegene jullie!", sluit Nico af.